5. Verstrengeling met andere belangen.

Buitenstaanders uit de omgeving van een samenwerkende groep zien soms kans om mee te profiteren van de produktie van die groep.wanneer er zichtbaar overschotten worden geproduceerd. >>> (> link geef voorbeelden: een mijnbouw maatschappij die een afvoerweg voor de produktie aanleggen kan merken dat anderen die weg voor eigen doelen ook goed kunnen gebruiken, en er zelfs voor willen meebetalen.) (Een marktplaats met een eigen verdediging van de handelswaar (verbeter tekst nog)
(Een doorwaadbare plaats in een rivier die voor lokale doeleinden omgezet wordt in een brug en dan voor verder weg wonende groepen benut gaat worden.)(Een spoorlijn voor bulkvervoer van goederen die ook personen meeneemt, en die het postverkeer blijkt te bespoedigen, waardoor een station tevens een nieuwsberichtenfunktie krijgt.)

Nu krijgen buitenstaanders ineens afgeleide belangen. Ze krijgen er belang bij dat een andere  groep in stand blijft en zijn werk kan blijft doen. Wanneer anderen op de groep gaan rekenen ontstaan er een nieuw soort afspraken. Andere groepen met andere belangen zien kans van elkaars overschotten te profiteren. Uiteenlopende belangen gaan zich vermengen.

Hier is een speciale rol weggelegd voor diegenen die de verschillende groepen aansturen. De in elkaar passende groeps-belangen krijgen een eigen dynamiek omdat er een nieuw soort processen is ontstaan.  Degenen die aanvankelijk de  intern bedoelde horizontale arbeidsverdeling aanstuurden zien zich nu belast met het treffen van externe meer publieke regelingen. (Het begin van wat we verderop stratificatie in de samenleving gaan noemen, maar nu nog niet?)

Speel met het volgende idee: Tot nu toe speelt alles zich af in loops. Nu komt er tegenkoppeling op loops. Een tweede soort nieuw proces????

Wat is een tegenkoppeling (broedstoof, stoommachien) na 1942 electrische: volgen en anticiperen op een vliegtuig door een luchtdoelkanon met behulp van radar een radar.) - Een tegenkoppeling legt een voorheen autonome kracht een beperking op venuit een norm. In de techniek bepaald de ontwerper de norm. (wie dit niet direkt  snapt doorlinken naar een iets uitvoeriger toelichting plus voorbeeld. )

Hier een beschrijving van het proces.

  1. Er is dynamiek, een beweging, actie, kracht die autonoom is, kan verhevigen of vertragen, een eigen leven leidt
  2. Bouw jets in dat de kracht kan waarnemen en de maak van de waarneming  een signaal (thermometer in broedstoof vliegwiel in stoommachine
  3. Calibreer de waarneming vanuit een norm waardoor het een signaalwaarde krijgt 
  4. Laat dat signaal een kleine 2e actieketen aansturen die een belemmerende of versterkende werking op de eerste kracht kan uitoefenen.)

Is homeostase in de biologie hetzelfde als een tegenkoppeling?

  1. bewegings-energie raakt op
  2. lichaam interpreteert het als honger of als signaal het rustiger aan te doen volgens een norm (welke)
  3. zet aan tot actie: ga zoeken naar voedsel/prooi en zet alle resterende energie om in iets te vangen of bespaar energie tot een geschikter moment.

De rol van de derde in de sociologie werkt net als in de machinebouw als een tegenkoppeling.

  1. een samenwerkende groep produceert goed danks zij gebruik maken van de omgeving
  2. De overigen in die omgeving hebben daar deels baat bij, deels gaat het ten koste van wat ook hun omgeving is.
  3. Ze bedenken daar een waarde oordeel voor:  Ze calibreren hun waarnemingen.
  4. Ze leggen met eigen activiteit aan de voorheen autonome groep een beperking of bevordering van hun productie op.

Vanaf deze fase heb je normen in de samenleving !

Voor in een bijlage:

  1. ik fiets en een ongelijkheid in de weg duwt mijn voorwiel naar links.
  2. Mijn arm neemt waar dat  ik uit de koers raak of tot vallen kan leiden
  3. De arm stuurt een kleine correctie naar recht


Je kan doorfilosoferen over de markt en democratie als gigantische tegenkoppelingen, maar moet dat en waar dan?  Sociologie berust op loops en tegenkoppelingen op loops. De loop is - iwij maken een  tot samenwerken aan een product, en het product bindt ons vervolgens  beiden en verplicht onss tot continuiteit. Daarna komt de tegenkoppeling van de derde. Zo wordt zingevings steeds gecompliceerder omdat ze door steeds meer mensen gedeeld gaat worden. Zo ontstaat er een heel complex van bedoelingen.