Inleiding ontwikkelingspsychologie

Hoe vormen we onszelf een beeld van onszelf en anderen? Hoe weet je of iemand zich vrij voelt zich te binden? Waaraan merk je dat je toch beter voorzichtig moet zijn en niet teveel verwachten? //hele tekst beter uitlijnen omdat de algemene introductie is gewijzigd.  Begin van de inleidende tekst is echt niet goed! Sturen op centrale gedachte: Alles draait om het structureren van ervaring. De hele ontwikkelingsgang van mensen is op steeds hogere niveaus van ervaring opdoen te komen, steeds veelzijdiger  ook door voorafgaande verworvenheden. Ik kies mijn begrippen zo dat het cumulatief effect wordt aangetoond. // Wil laten zien dat  in de mate dat ervaring in een struktuur wordt opgeborgen we er beter toegang toe hebben. (1 coordineren en continuiteit > mobiliteit 2. mobiliteit in dienst van exploreren. 3. ervaring leren splitsen in gevoel en verstand levert betekenis van gedrag op en daarmee initiatief..  4.   betekenis wordt aangevuld met dieper formeel inzicht , begrijpen en verklaren)

Mensen worden geboren in volstrekte afhankelijkheid. Hun verdere levensgang is te schetsen als een zoektocht naar een zekere vrijheid en meer autonomie. Die vrijheid en autonomie zijn alijd relatief. Zich geheel los maken van enige vorm van samenwerking of samenleven kan niemand van onze soort zich niet veroorloven, al was het maar omdat ' de anderen' dit niet pikken. We zijn een diersoort die kan bestaan en het zover heeft geschopt in de evolutie door samen te werken, De schaal waarop we samenwerken heeft zich heel geleidelijk vergroot en omvat nu de hele wereld.

Dit gezegd hebbend moet de zoektocht naar autonomie gezien worden als een pendelende beweging. We pendelen tussen zelf interpreteren en vastleggen van onze indrukken, ons gedrag, onze ideeën en verklaringen, en verder ontlenen we voorstellingen, gewoontes, gedachten en theorieën aan anderen. Bij al die ontwikkelingen zijn we gebonden aan de mogelijkheden en beperkingen van degenen die ons omringen. Al pendelend zijn we vrij ons een eigen mengsel te maken, we zij enigszins vrij zelf te kiezen wat je wilt ontlenen en aan wie, maar we moeten het doen met onze biologisch gegeven mogelijkheden en beperkingen, alsook met alles wat onze omgeving ons wel of niet biedt. Hoe verloopt die ontwikkeling?

Globaal ontwikkelen we ons in twee grote blokken. Eerst is er het eigenlijke opgroeien, waarin we ons fysiek en geestelijk ontwikkelen en we onze handen vol hebben om daar voldoende samenhang en eenheid in te brengen. Op basis van dat resultaat zoeken we vervolgens onze weg in de vele vormen van samenwerking die onze samenleving ons beschikbaar stelt. Daar maken we ook een duidelijke ontwikkeling in door.>>zie II


 

Er zijn veel versies van lijsten met ontwikkelingsstadia van de mens  in omloop zijn. Je ziet er echter dezelfde grote lijn in, als je  door de vaak heel verschillende woordkeus - die vaak historisch en cultureel bepaald is  - heen kijkt. >>[ Ik gebruik ideeen van Allport, Piaget, Erikson en misschien G Mead en Maslow.  In een reeks stappen is de mens in staat steeds meer ervaringen op te doen, die ervaringen worden steeds meer gedetailleerd en de toenemende hoeveelheid details dient toegankelijk te worden opgeslagen in steeds verfijnder structuren. Globaal gaat het om de volgende fases:

      1. De pasgeborene moet allereerst zijn zintuigen leren gebruiken en de uiteenlopende waarnemingen die dat oplevert – voelen, zicht, gehoor, reuk en smaak – op elkaar leren afstemmen – tot ze gaandeweg als een geheel, gecoördineerd, worden ingezet. Daardoor wordt het mogelijk dat er verschil te merken tussen signalen van het eigen lichaam en indrukken van de omgeving. Men heeft zich dan vrij gemaakt van de omgeving en kan terugkerende indrukken omzetten in een besef dat het om hetzelfde gaat. Herinnering gaat een rol spelen. Men ontdekt dat dingen en personen kunnen terugkeren.

      2. Geholpen door deze ontdekking gaat al vrij snel daarna het willekeurig bewegen van de ledematen en het hoofd over in gecontroleerd bewegen en wordt de mogelijkheid van het coördineren van de verschillende ledematen ontdekt.  Dit is de aanzet tot gerichte motoriek die over gaat in mobiliteit van het hele lichaam.  De zintuigen wijzen de weg. Verstandelijk ontstaat een besef van evenwicht, stabiliteit, massa en kracht. Er valt nu veel te ontdekken. Je ziet een kind nu heel gericht zijn omgeving verder exploreren. Zintuigen en gedrag worden steeds beter op elkaar afgestemd.

      3. Al bewegend kan men ontdekken dat men kan inspelen op wat anderen doen. Er is nu verstandelijk veel  te ontwikkelen. Door het eerste begrijpen van de wereld kan men deelnemen aan de communicatie met anderen. Men ervaart hoe in wisselwerking met een ander bewegingen, ergens heen gaan of ergens op wijzen, sommige geluiden betekenis kunnen krijgen. Begrijpen van wisselwerking is de basis voor het gebruik van taal. Taal gaat dit proces weerspiegelen.  Begrijpen van het verband tussen dingen en daden wordt er door ondersteunt.

      4. Bij gevorderd taalgebruik en na een lange tijd van ontdekken van de eomgeving, doet men twee nieuwe ervaringen op. Taal helpt de logica te ontdekken in de samenhang tussen dingen en handelingen. Het maakt dat we gebeurtenissen kunnen kunnen verwachten en verklaren. Men leert ermee spelen, men leert zich gebaren en mimiek aan on meervoudig te kunnen communiceren. Men oefent in rollen. Men copieert betekenisvol gedrag van anderen. En daarmee blijk je daadwerkelijke afspraken te kunnen aangaan en nakomen.
        De nieuwe  mogelijkheid om zich inzicht te verwerven, stelt je in staat plannen te maken en nieuwe ervaring op te doen bij de uitvoering ervan. Initiatief in samenwerking te nemen. Of je neemt deel in de plannen van anderen, omdat je je kunt inleven in wat zij daarmee voor hebben. Je ervaart nu ook dat enige frictie tussen de vele plannen niet te vermijden is en dat je daarmee om moet leren gaan.
      5. Na een lange periode van ervaring opdoen met allerlei plannen, begrijpen van de regels en bijbehorende verplichtingen, ontstaat er een besef dat heel het maatschappelijk verkeer is gebaseerd op plannen en wordt het logische bouwwerk "samenleving" zichtbaar. Je herkent inmiddels de maatschappelijke samenhang van gezin, school, bedrijf, (kerk), internet, sport. In de mate dat men zich maatschappelijk kan oriënteren wordt het tijd dat je je ook maatschappelijk gaat opstellen. Deze fase is meer dan alle andere gebaseerd op alles wat hieraan voorafging. Het is de eerste van een reeks nieuwe fases waarin men als volwassene gaat deelnemen en geintegreerd raakt in een samenleving.

      6. Wie eenmaal die keuzes gemaakt heeft, kan nu binnen de gekozen grenzen zich er verder vertrouwd mee maken. Erikson spreekt van intimiteit of genegenheid omdat hij zich op het gezin concentreert. Maar ook in je werk, vrije tijd, aktiviteit van beschouwelijke aard (kerk, politiek, vakbond) moet de vreemdheid van het nieuwe in vertrouwelijkheid worden omgezet. Mensen gaan hun eigen kleine orde om zich heen opzetten, wensen zich ervoor in te zetten en zich verdienstelijk te maken.

      7. In de mate dat men zo leer situaties te doorgronden gaat men onderkennen dat wat de samenleving echt bindt in het het vermogen zit om altijd  weer opdoemende wrijvingspunten tussen de vele maatschappelijke verbanden oplossingen te bedenken. De samenleving bestaat omdat zij zich voortdurend kan ontwikkelen. En dat meewerken aan ontwikkelingen wordt dan ook voortdurend van de volwasen deelnemers gevraagd. Dit is de fase waarin men zich vertrouwd maakt met de beperkingen die samenleven stelt.  = Zich er verdienstelijk in maken en er iets uit halen

      8. Op grond van al deze ervaring en in de mate dat men zich daarmee vertrouwd heeft gemaakt en er capabel in is geworden kan men pas echt doordringen in hoe individuele verlangens van mensen zich voordoen in kollektieve waarden. Vrijheid, veiligheid, betrouwbaarheid in de toepassing van regels, bescherming tegen machtsmisbruik. behoud van verworvenheden. (strategisch)

Wijs hier nog op het cascading karakter.  // Laat in elk afzonderlijk stadium zien hoe het zich voortzet in de ontwikkeling van de volgende stadia.
Laat zien hoe het aan toenemende vrijheid bijdraagt, maar dat het voor ieder anders verloopt.

Wat ik nu verder wil is meer gedetailleerd per fase een beschrijving geven van:

  1. Welke nieuwe mogelijkheden kenmerkend zijn voor elk nieuw ontwikkelingsstadium. Welke problemen moeten daarbij worden opgelost. Mensen krijgen zoals hierboven geschets in toenemende mate mogelijkheden : eerst fysiologisch en cognitief, daarna maatschappelijk. Die mogelijkheden moet men al doende leren gebruiken. Veel zal daarbij afhangen van wat men in de omgeving aantreft.
  2. Wat ga je beseffen van de omgeving - in elke fase kan iemand zijn mogelijkheden alleen binnen de  gegeven omstandigheden leren benutten door afwisselend aandacht aan te besteden aan de opkomende drang zich te moeten ontwikkelen en aan het experimenteren met de nieuwe gedrag-mogelijkheden tot ze in je omgeving passen. Als je nieuwe gedrag in de omgeving past en je omgang met de omgeving verrijkt, ervaart je dat met een gevoel van opluchting en vrijheid.  Het kan ook zijn dat je je belemmerd blijft voelen. Dan ervaar je bij wat je doet steeds negatieve gevoelens.
  3. Welk gedrag gaat hiermee mogelijk worden. - In de mate dat een ontwikkelings-dilemma het hoofd wordt geboden, verwerft je je nieuwe capaciteiten en het gevoel vrij over te kunnen beschikken over je nieuwe mogelijkheden. Het ervaren van die vrijheid, is mede gebaseerd op het je niet belemmerd voelen door negatieve gevoelens die als restanten van voorafgaande dilemma's op kritieke momenten de kop op kunnen steken. Het resultaat van een serie ontwikkelingsstappen is dat wat men een Ego of Persoonlijkheid noemt. Een gezond Ego voelt zich vrij afwisselend aandacht te besteden aan de eigen binnenwereld en de externe wereld.
  4. Met welk soort gevoelens gaat dat gepaard. - Tijdens het leren omgaan met nieuwe mogelijkheden in de omgeving  heeft men steun aan allerlei soorten positieve en negatieve gevoelens. Zij wijzen de weg in leerprocessen. Positieve gevoelens van tevredenheid en blijheid bewerken dat men het geleerde vooral goed onthoudt en gebruikt in de vorm van gewoontes en verlangens. Negatieve gevoelens zijn die emoties die je opslaat bij gebeurtenissen die je verwarren  en die je moeten bijblijven,  omdat gevoelens van vrijheid uitblijven. en ze herinneren je aan wat er nog te leren valt. Verschil tussen positief en negatief is belangrijk. [Een gezinstherapeut zei eens dat alle gelukkige gezinnen op elkaar lijken en alle ongelukkige gezinnen uniek zijn in hun ongeluk. is dit hier relevant ofmisplaatst?
    Positieve gevoelens lijken in alle fases op elkaar, negatieve gevoelens zijn per ontwikkelingsfase veel meer specifiek. Dat maakt het mogelijk om ze te herkennen als restanten van specifieke voorafgaande ontwikkelingen. Ze kunnen op kritieke momenten de kop op steken als een belangrijke vaardigheid in het leven maar gedeeltelijk geleerd is.
  5. Hoe werkt het door in alle latere ontwikkelings-stadia.  Het succesvol leren omgaan met een nieuwe mogelijkheid legt steeds de basis voor de taken in een nieuwe fase.  //Nog uitwerken, essentieel om het cumulatieve effect te tonen.
  6. Hoe te herkennen bij het maken van afspraken. - Echte inzet volgt uit het je vrij voelen om afspraken, overeenkomsten te maken met anderen, en de daarmee gepaard gaande verplichtingen in vrijheid te aanvaarden. Iemands inzet is afhankelijk van de mate waarin iemand zich heeft bevrijdt van het idee dat hij niet anders kan of gedwongen wordt. Anders gezegd: je kunt een zekere vrijheid verwerven in de omgang met onvrijheid. Wie tijdens een proces van afspreken, bij anderen of bij zichzelf negatieve gevoelens waarneemt, wordt als hij die gevoelens weet te benoemen gewaarschuwd om beter te kijken door welke ervaringen en in welke levensfase zijn reserves kunnen zijn veroorzaakt.
    DE GRAAD VAN VRIJHEID DIE IEMAND HEEFT VERWORVEN EN DIE HIJ ONS TOONT, IS EEN INDICATIE VOOR DE MATE WAARIN IEMAND ZICH ZAL KUNNEN INZETTEN. De kwestie draait hierom: voelt iemand zich vrij omzichzelf te binden. Standvastigheid is misschien beter woord dan inzet?

    Samengevat: Aan de basis van het hele proces van persoonlijkheids- of Ego ontwikkeling staat: Een besef ontwikkelen dat je steeds kunt afwisselen tussen buiten (waarnemen en reageren) en binnen (ervaring gebruiken en redeneren). Wat snap ik ervan en wat wil ik ermee. ///Dat is denk ik wat Erikson met dilemma bedoeld. (Hiermee heb ik meer praktische omschrijving gevonden van E's begrip Dilemma.//

 Nog: Leg ik hier uit dat  inzicht in "de mens"  in grote lijnen gelijkelijk opgaat voor inzicht in anderen als voor inzicht in jezelf. Jezelf en de ander neem je waar op grond van een zelfde mensbeeld.

Theorie Erikson EGO-groei behandelen? Het verkrijgen van een centrale kern die je je persoonlijkheid noemt en die je in staat stelt vrijheid te verwerven in het sociale spel.Dat hier zeggen? Of volstaan met de volgende herziening van dat begrip Ego?.

Filosofische onderbouwing straks: Dat hele besef van afwisselen is wat uit samenwerken is voortgekomen en dat door verder samenwerken steeds meer verfijnd is. Zowel dierlijk (instinct en intuitie) als menselijk (betekenisvol) samenwerken is per definitie afwisselen, taken van elkaar overnemen, of ze gelijktijdig en dus gecoördineerd want op elkaar lettend, verrichten. Het is al samenwerkend dat mensen zich ontwikkelen. Voeg dat toe aan volgende thema.

 staat steeds dat je